Op de site van RVO is de nieuwste handreiking bedrijfsspecifieke excretie (BEX) gepubliceerd. De nieuwste bijbehorende software is te downloaden via de excretiewijzer op de WUR-site.
Het ministerie van LNV en de sector hebben in 2006 in samenspraak de ‘Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee’ (Handreiking BEX) laten ontwikkelen. De melkveehouder kan deze in het kader van vrije bewijsleer gebruiken om af te wijken van de forfaitaire excretienormen van melkvee uit de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet. Als een melkveehouder met deze handreiking overtuigend kan onderbouwen dat de werkelijke excretie van stikstof en fosfaat op bedrijfsniveau (en niet per dier) afwijkt van de forfaits, dan houden RVO.nl en NVWA daar rekening mee bij de stelsels van gebruiksnormen, mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij. Deze Handreiking kan daarentegen niet worden gebruikt in het kader van het fosfaatrechtenstelsel. Regelmatig wordt deze handreiking met de nieuwste inzichten geactualiseerd. De handreiking met de rekenwijze voor het jaar 2019 is gepubliceerd op de website van RVO. De handreiking BEX staan nu online op drie pagina’s bij RVO:
De handreiking is ook direct te downloaden via deze link naar Handreiking Bedrijfsspecifieke excretie op de site van RVO.:
Belangrijkste aanpassingen
De belangrijkste aanpassingen van 2019 hebben betrekking op de volgende onderdelen:
Aan de voorwaarden is toegevoegd dat een definitieve uitdraai van de BEX (met de Excretiewijzer of de KringloopWijzer) zo spoedig mogelijk na 31 januari volgend op het kalenderjaar waarop deze uitdraai betrekking heeft in uw administratie moet zijn opgenomen. De daarin opgenomen invoergegevens over dieren, diervoeders en huisvesting en mest dienen overeen te komen met de invoergegevens in de KringloopWijzer waarvan u het resultaat over hetzelfde kalenderjaar ter beschikking stelt aan uw afnemer(s) van de door u geproduceerde koemelk.
- In de berekening voor de vastlegging van fosfor (P) in melkkoeien wordt rekening gehouden met het gemiddelde gemeten P-gehalte in de afgeleverde melk.
- De gehalten aan N en P in weidegras worden anders vastgesteld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen productiegrasland en natuurgrasland. Daarbij worden drie verschillende situaties onderscheiden: productiegrasland waarbij van dit land ingekuilde producten op het bedrijf zijn, productiegrasland waarbij van dit land geen ingekuilde producten op het bedrijf zijn en natuurgrasland.
- Het aandeel natuurgras kan maximaal gelijk zijn aan het aandeel natuurgrasland ten opzichte van het totale areaal grasland op het bedrijf.
- Sinds 2018 horen op een melkveebedrijf alle nuchtere kalveren bij categorie 101. Hierdoor is de energiebehoefte voor kalveren iets veranderd.
Bron: verantwoordeveehouderij.nl