KORTEN OP FOSFAATRECHTEN OP DRIE MANIEREN
Grondgebonden bedrijven ontzien
Aanvankelijk gold de generieke korting voor alle bedrijven, maar door brede steun voor een wijzigingsvoorstel van ChristenUnie en D66 worden grondgebonden bedrijven volledig ontzien bij de generieke korting. Bovendien worden bedrijven met een klein fosfaatoverschot niet verder gekort dan tot ze grondgebonden zijn.
Hogere korting intensieve bedrijven
Bedrijven met een klein fosfaatoverschot worden dus beperkt gekort. Voor intensieve bedrijven heeft dit tot gevolg dat de generieke korting zo'n 2% hoger zal uitpakken. Hoeveel de korting dan wordt, is nog niet te zeggen en is mede afhankelijk van het succes van het fosfaatplan van de sector. Niet-grondgebonden biologische bedrijven worden net als gangbare niet-grondgebonden bedrijven gekort.
Geen korting voor bedrijf zonder overschot in 2015 fosfaatproductie 2015 en generieke korting in kilo fosfaat *)indicatief, kortingspercentage wordt medio 2017 vastgesteld
intensief klein overschot extensief
fosfaatrechten op basis van 2 juli 2015 (a) 5.000 5.000 5.000
plaatsingsruimte 2015 4.000 4.800 5.200
fosfaatproductie melkvee 2015 5.000 5.000 5.000
fosfaatoverschot (-) of -ruimte (+) -1.000 -200 200
generieke korting in 2018 (8% van a)* 400 400 400
compensatie 0 200 400
resterende korting (b) 400 200 0
toegekende fosfaatrechten (a-b) 4.600 4.800 5.000
Bron: indicatief voorbeeld gebaseerd op amendement Van Gerven
Hoe wordt gekort?
In de fosfaatwet staat dat bedrijven die in 2015 geen fosfaatoverschot hadden door melkvee volledig vrijgesteld zijn van de generieke korting. In die categorie vallen ook de meeste biologische bedrijven. In de tabel is een voorbeeld van die situatie weergegeven in de kolom 'extensief'. De melkveestapel op 2 juli 2015 levert 5.000 kilo fosfaatrechten op. Er is verondersteld dat de gemiddelde melkveestapel in 2015 eveneens 5.000 kilo fosfaat produceerde. De plaatsingsruimte op de grond bedroeg 5.200 kilo. Dat geeft een fosfaatruimte voor melkvee van 200 kilo. Bedrijf 'klein overschot' heeft een overschot van 200 kilo, bedrijf 'intensief' had in 2015 een fosfaatoverschot door melkvee van 1.000 kilo.
Bij een generieke korting van 8% zouden alle bedrijven 400 fosfaatrechten moeten inleveren.
Nu ontstaan drie situaties:
1. Bedrijf 'extensief' wordt volledig gecompenseerd voor de korting. De korting is 0%.
2. Bedrijf 'klein overschot' wordt alleen gekort voor het deel van de korting dat gelijk is aan het fosfaatoverschot. Op dit bedrijf wordt 200 kilo fosfaat gecompenseerd.
3. Bedrijf 'intensief' moet de volledige korting van 400 fosfaatrechten ondergaan.
De hoogte van de generieke korting is voorlopig nog onduidelijk. Dat hangt onder meer af van de aantallen koeien op 2 juli 2015 waarvoor fosfaatrechten uitgegeven gaan worden. En in hoeverre ruimte gereserveerd wordt voor knelgevallen. In de nieuwe systematiek is het niet meer zo dat een bedrijf met een klein fosfaatoverschot veel harder wordt gekort dan een bedrijf dat net geen overschot heeft.